Press

Press

Speech from Drs. Kathleen Ferrier.

Sep 17, 2024

“Als het water aan de lippen staat….”

Curaçao, 14 september 2024

“…So I tell you this not to scare you

But to prepare you, to dare you

To dream a different reality…”

Regels uit het gedicht “Earthrise” van Amanda Gorman, de spoken word artist die wereldbekendheid kreeg door haar gedicht “The hill we climb” dat ze declameerde bij de inauguratie van Joe Biden, januari 2021, kort na de bestorming van het Capitool, het parlement in Washington DC.

Die bestorming was een rechtstreekse aanval op de democratie.

Drs. Kathleen Ferrier.

TMedia

TMedia

TMedia

TMedia

Heel veel dank voor de uitnodiging deze dag, DIA DI DIMOCRASIA, de dag van de democratie, met u te vieren, en om deze ochtend voorafgaand aan 15 september, met u stil te staan bij de relatie die er onmiskenbaar is, tussen de wereldwijde klimaatcrisis en democratie.

En ik sta hier natuurlijk wel een beetje beschaamd…want is het wel verantwoord een lezing over dit onderwerp te houden terwijl je met een vliegtuig naar dit prachtige eiland gereisd bent… Daar valt veel terechte kritiek op te geven. Daarom bied ik bij voorbaat mijn excuses aan.

Maar de boot zou veel te lang duren, dus ik ben toch maar in dat vliegtuig gekomen, want ik wilde echt op tijd zijn. Omdat het voor mij een buitengewone eer is uitgenodigd te zijn om deze prestigieuze lezing te houden. Dank aan u allen dat u hier aanwezig bent, mensen die een eminente rol spelen in het dagelijks leven hier op Curaçao: President van het Hof, Statenleden, diplomaten…

Daarnaast ben ik buitengewoon vereerd uitgenodigd te zijn door Human Rights Defense Curaçao, een gezaghebbende en belangrijke

NGO. Ik ben onder de indruk van het werk dat deze organisatie verzet, op zoveel vlakken van het brede terrein van mensenrechten.

Een eer ook het podium te mogen delen met Mark Vermey van Carmabi en met u allen in gesprek te gaan over het belangrijke onderwerp van vandaag, “Democratie in relatie tot de wereldwijde klimaatcrisis”.

Het is een eer …omdat het gaat om het leggen van een relatie tussen twee onderwerpen, die niet altijd gelegd wordt. Maar die er weldegelijk is. Klimaatverandering is een feit. Het is niet een onderwerp waarbij je de keus hebt te zeggen: ik ga mij hier mee bezig houden of niet. Het is een onmiskenbaar feit. Ik ben nog maar kort hier op Curaçao, maar ik kan mij van vorige bezoeken niet herinneren dat de hitte in september zo verzengend kin zijn.

Dus hoewel vele nog denken dat je bezighouden met klimaatverandering een keus is, is het een must je ermee bezig te houden.

Als regering en als samenleving.

Ook als je, zoals hier te maken hebt met zoveel grote uitdagingen. Zie de ontwikkelingen in Venezuela bijvoorbeeld, of armoede, hoeveel mensen zijn er in deze regio en ook hier op Curaçao die hun energie iedere dag opnieuw moeten besteden aan overleven, brood, -of beter gezegd funchi- op de plank zien te krijgen, kinderen kunnen kleden zodat ze naar school kunnen gaan.

Maar ook voor deze mensen, voor beleidsmakers en burgers, is het van fundamenteel belang wel in actie te komen om de klimaatcrises aan te pakken. Immers, als dit zo doorgaat, is er straks simpelweg geen voedsel meer. Of alleen voor de zeer rijken. En dat zal direct gevolgen hebben voor de democratie.

Dus er is zeker een relatie tussen klimaatcrisis en democratie.

Deze dag biedt ons hier op Curaçao, een prachtige kans hierover in gesprek te gaan. Om nieuwe inzichten te krijgen en inspiratie op te doen. Ik ben vereerd hieraan bij te mogen dragen.

Ik heb de lezing als volgt opgebouwd.

Allereerst neem ik u mee met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis en geef ik een zeer globaal overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van klimaatcrises tot nu toe (1).

Vervolgens wil ik stil staan bij de conclusies die daaruit te trekken zijn. Dat doe ik voor wat betreft het internationaal niveau, maar ook voor wat betreft ons Koninkrijk en het nationale niveau. (2)

Daarna bekijken we welke opdrachten deze conclusies voor ons inhouden, en dan meer specifiek hoe die opdrachten zich verhouden tot het democratisch staatsbestel (3). In deze context wil ik met u ook kort kijken naar de snel veranderende geopolitieke verhoudingen.

Daarna sta ik stil bij wat dit alles voor ons, burgers, betekent en wat wij ermee kunnen. (4)

Ik besluit met een aantal aanbevelingen. (5)

  1. GLOBAAL OVERZICHT ONTWIKKELINGEN.

Een van de allereerste keren dat de connectie tussen klimaat en democratie een zeer brede weerklank had was in 2005, toen toenmalig SGVN, Kofi Annan, in zijn visionaire speech “In larger Freedom”  benoemde dat klimaatverandering ons, de wereldgemeenschap voor grote uitdagingen zou plaatsen en dat gezamenlijke, gecoördineerde actie noodzakelijk was. “… the time has come to agree on an international framework that draws in all major emitters of greenhouse gases in a common effort to combat global warming beyond the year 2012, when the Kyoto Protocol is due to expire…” en verderop zegt …” we have to put in place a worldwide capability to give early warning of all natural hazards — not just tsunamis and storms, but floods, droughts, landslides, heat waves, and volcanic eruptions.”

Wat nieuw was, was dat die woorden hadden brede impact, maar het besef over wat de verandering van het klimaat voor gevolgen heeft begon al eerder. In de jaren 60 en 70 van de 20e eeuw ontstond er onder wetenschappers veel discussie over klimaatverandering, maar het duurde echt nog wel lang voordat dit onderwerp bij het grote publiek en in de politiek ging leven.

In 1968 werd de Club van Rome opgericht. Men dacht op wereldschaal na over schaarste, en men toonde met computermodellen aan dat bij een zekere bevolkingsgroei en toename van economische activiteit er niet genoeg grondstoffen beschikbaar zouden zijn voor iedereen.

De mate van vervuiling en de enorme problemen die dat zou veroorzaken kwamen ook wel aan bod, maar waren vooral bijzaak.

Bovendien werd vervuiling voornamelijk als lokaal probleem gezien.

Binnen de ecologie begon het toen echter al wel te dagen dat lokale vervuiling gevolgen kan hebben voor andere plekken op aarde, en dat het verstoren van de keten grote gevolgen kan hebben voor de kringloop.

Het besef dat alles met alles te make heeft.

Om dat op wereldschaal uit te rekenen, om verschillende scenario’s te voorspellen, en het inzichtelijk te maken, heb je computers nodig.

Die maakten de stap naar beleid mogelijk, dus ook naar beleidsmakers en politici, omdat de gevolgen op lange termijn zichtbaar werden. Het gesprek werd daarmee makkelijker, maar ….tegelijk ook veel moeilijker, want als je zegt: ‘Dit moet op wereldschaal aangepakt worden’, dan hoor je ineens zeggen: ‘Oké, maar daar kunnen wij nu dus niets aan doen. Wij zijn te klein… wij hebben de capaciteit, de mensenkracht of de middelen daarvoor niet… laat anderen, de grote jongens dat maar doen. Bovendien: wij hebben andere problemen en moeten ons eigen belang veilig stellen.’

Het over de schutting bij een ander gooien van het probleem, dus eigenlijk.

In 1972 verscheen het rapport van de Club van Rome: “Grenzen aan de groei”. Het onderzocht vijf grote wereldproblemen in hun onderlinge samenhang: de groei van de bevolking, de voedselproductie, de industrialisatie, de uitputting van grondstoffen en milieuvervuiling. Het rapport sloeg in als een bom. Men begreep, zeker in Nederland onder een regering van Den Uyl, dat we hier te maken hadden met een uitdaging, die een enorme impact zou hebben en die niet voor korte tijd, maar gedurende een lange tijd gevolgen zou hebben of zelfs bepalend zou kunnen zijn voor de economie, de manier waarop we ons geld verdienen en de manier waarop we in de wereld met elkaar omgaan.

In 1988 werd door de VN de IPCC opgericht, de Intergouvernementele  Werkgroep inzake Klimaatverandering.

Daarna volgden de grote internationale conferenties over duurzaamheid en klimaat. In 1992 in Rio, werd het eerste VN klimaatverdrag getekend.

Doel van dat verdrag was toen al om de emissies van broeiklasgassen te reduceren en daarmee ongewenste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen.

Inmiddels hebben 198 landen het verdrag geratificeerd, waaronder ook Nederland, maar daarbij moet wel opgemerkt worden dat het alleen geldt voor het Europees deel van het Koninkrijk. Sinds dat eerste verdrag is er elk jaar een klimaattop gehouden, met wisselende resultaten. Een belangrijk akkoord werd bereikt in 1997 op de bijeenkomst in Japan. Daar werd het zogeheten Kyoto-protocol opgesteld.

In die overeenkomst werd afgesproken dat landen om hun klimaatdoelstellingen te halen niet per se zelf de uitstoot hoeven te beperken, maar een deel daarvan ook in het buitenland mogen realiseren (emissiehandel).

Ook werden suggesties gedaan hoe de vermindering tot stand zou kunnen komen. Gezamenlijk zouden ze moeten uitkomen op een uitstootreductie van 5 procent ten opzichte van 1990. De jaren erna werd het Kyoto-protocol verder uitgewerkt.

Kopenhagen

De klimaatconferentie van 2009 in Kopenhagen werd gezien als mislukking.

De bedoeling was tot harde, juridisch bindende afspraken te komen, maar dat lukte niet doordat grote landen als de VS zich niet wilden vastleggen op het verminderen van hun CO2-uitstoot.

Wel werd afgesproken dat de aarde met niet meer dan 2 graden mag opwarmen, een waarde die later is aangescherpt. Gestreefd wordt nu naar maximaal 1,5 graad.

Bindend akkoord

In 2011 spraken de landen in het Zuid-Afrikaanse Durban af dat ze in 2015 tot een bindend akkoord zouden komen. Dat gebeurde in Parijs, in 2015 werd daar het Akkoord van Parijs opgesteld. Doelstelling daarvan is het stabiliseren van de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer op een zodanig niveau, dat een gevaarlijke menselijke invloed op het klimaat wordt voorkomen.

Dat verdrag is -vooralsnog- niet door Curaçao ondertekend.

III. WELKE CONCLUSIES HIERUIT TE TREKKEN?
.Wat ik met deze opsomming aan wil geven zijn eigenlijk twee dingen: hoeveel er gesproken is. Grote conferenties waar politici, beleidsmakers, maatschappelijke organisaties etc., bij elkaar komen en er afspraken gemaakt worden. En vervolgens gaat iedereen weer naar huis.

Veel woorden, weinig daden.

De vraag is wat er met die afspraken gebeurt.

Dat is precies het punt waar al in 1992 in Rio de toen 12 jarige Canadese Severn Cullis-Suzuki (https://www.americanrhetoric.com) zich tegen uitsprak (“My dad always says You are what you do, not what you say, “. Well, what you do makes me cry at night. You grown-ups say you love us. But I challnege you: please make your actions reflect your words”) en meer recent natuurlijk ook de Zweedse klimaat-activiste Greta Thunberg. (“How dare you? Entire ecosystems are collapsing. We are in the beginning of a mass extinction, and all you can talk about is money and fairy tales of eternal economic growth. How dare you!”)

  1. Wereld functioneert nog steeds volgens koloniale structuren.

Het tweede punt dat ik wil benoemen, is dat het bij dit soort conferenties het meestal om de grote spelers draait.

Terwijl die lang niet altijd de meest getroffenen zijn.

Net zoals het met zoveel onderwerpen gaat, zie je steeds weer dat de zwakste schouders de zwaarste lasten moeten dragen.

Dat gebeurt op nationaal niveau, we zien het in de sociale ongelijkheid in zoveel landen in de wereld, maar ook internationaal.

Mijn stelling is dat de wereld nog steeds koloniaal is ingericht, in die zin dat het deel van de wereld waar de economieën groter en sterker zijn, het nog steeds voor het zeggen heeft. De landen waar voorzieningen uitgebreider en de mensen welvarender zijn. Het andere deel van de wereld wordt door hen vooral gezien als bron waar naar hartenlust uit te putten valt.

Grondstoffen, goedkope producten, menselijk kapitaal. Alles om de eigen welvaart en machtspositie te behouden.  Dat kan vrijwillig, dat kan met geweld en meestal gebeurt het handig, zodanig dat het allemaal acceptabel en soms zelfs wenselijk lijkt. (Een voorbeeld: Nederland heeft een probleem met gebrek aan mensen, in de gezondheidszorg, in het onderwijs, etc. Dat wil men oplossen door onderwijzers en gezondheidswerkers weg te halen uit Suriname, de Antillen of waar vandaan dan ook, en dat wordt dan ook nog gebracht alsof het in het voordeel van de leverende landen zelf is. )

3.SIDS bijzonder getroffen.

Dit patroon zien we ook wat de aanpak van de klimaatcrisis betreft. De belangen van de landen die het meest kwetsbaar zijn voor, en het meest getroffen worden door klimaatverandering, staan meestal niet centraal bij de grote internationale conferenties. Aanhoudende droogtes of juist overstromingen, orkanen, tsunami’s etc. eisen de meeste slachtoffers in armere landen en binnen die landen zijn ook de armere wijken, waar de infrastructuur, zoals de kwaliteit van de huizen, vaak veel te wensen overlaat, het meest getroffen.

Zo zijn de Small Islands States (SIDS) bijzonder kwetsbaar voor de gevolgen van de opwarming van de aarde. U moet dat hier als geen ander weten. Overstromingen, het stijgen van de zeespiegel, cyclonen, maar ook heftige droogte etc zullen, volgens de berekeningen van experts, het eerst en het heftigst plaats vinden in de Cariben, de Pacific, de Indische Oceaan, en de Zuid Chinese Zee. En toch moeten juist deze staten ook bij de grote internationale conferenties nog altijd smeken om werkelijke aandacht voor hun specifieke situatie.

Als we kijken naar ons Koninkrijk dan zien we vergelijkbare situatie. Eén Koninkrijk, vier landen. Er is een Europees deel en een Caribisch deel. En toch lijkt het soms alsof, ondanks alle goede bedoelingen van sommigen, er toch nog steeds een overheersend belang gehecht wordt aan datgene wat er in het Europees deel van het Koninkrijk gebeurt en wat daar de gangbare opinie is.

Alsof er met twee maten gemeten wordt.

De koloniale machtsstructuren, met alle sociale ongelijkheid die daarbij horen, zijn in ons Koninkrijk nog volop aanwezig.

  1. Conclusies historisch overzicht.

Kortom, en samenvattend, geachte aanwezigen, als we zo kijken naar het historisch overzicht waar we met zevenmijlslaarzen doorheen zijn gegaan, zien we dat er (1) enorm veel bijeenkomsten geweest zijn, waar er mooie woorden gesproken zijn. We zien dat er (2) verdragen en protocollen zijn opgesteld. Waarin beloftes en streefcijfers zijn vastgelegd, maar (3) waarvan in de praktijk, concreet, niet veel terecht is gekomen.

Tegelijkertijd zien we wereldwijd een groeiend besef van urgentie ontstaan. Dat is heel goed, maar het heeft tegelijkertijd ook een trieste kant. Want vóórdat dit gevoel van urgentie kon ontstaan, was er heel veel leed nodig. Leed veroorzaakt door klimaatverandering, wat we voor onze ogen zien gebeuren. Hitte, droogte, overstromingen, intense regenval, cyclonen, aardverschuivingen, tsunami’s en bevingen, vele duizenden moesten eerst het leven laten voor er een gevoel van urgentie kon ontstaan. Exacte aantallen zijn niet te geven maar onderzoekers van Georgetown University [1]hebben berekend dat sinds het begin van deze eeuw, het aantal doden door klimaatverandering al hoger is dan alle overledenen door alle gezondheid crisis wereldwijd, waarbij dan de doden door Covid 19 worden meegeteld.

De meeste toekomstgerichte schattingen, van de WHO in 2014, wijzen op jaarlijks 250.000 doden vanaf 2030. En het Climate Impact Lab berekent dat als de temperatuur met 2 graden stijgt, er aan het eind van de eeuw 40 miljoen doden betreurd kunnen worden.

En alsof dit nog niet beschamend genoeg zijn, moeten we vaststellen dat deze cijfers en voorspellingen voor velen, de klimaatontkenners, kennelijk nog niet genoeg zijn. Want ondanks al deze onmiskenbare feiten, het water dat we zien stijgen, extreme droogte en extreme regens, zijn er nog altijd mensen, politici en politieke partijen, die menen dat het wel mee zal vallen, dat er niet zoveel aan de hand is en dat, in het licht van de eeuwigheid, deze oprisping van onze moeder aarde niets te betekenen heeft. En dat het zwaar overdreven is om over een crisis te spreken. Laat staan er beleid op te maken of er financiële middelen voor uit te trekken.

Dus concluderend: wereldwijd groeit er weliswaar een sense of urgency, maar concrete actie blijft achter.

En dat is pijnlijk, want door al die conferenties en bijeenkomsten, worden er door, politici en beleidsmakers, verwachtingen gewekt.

En door al die wetenschappelijke studies en rapporten, weten we precies wat er aan de hand is.

We weten ook precies wat er moet gebeuren.

En anno 2024 hebben we de kennis, de technologie en ook de financiële middelen om dat te doen wat nodig is, maar toch gebeurt dat niet.

Dat gebeurt niet omdat het allerbelangrijkste ontbreekt om de noodzakelijke stappen te zetten. En dat is politieke wil.  Zolang die ontbreekt, kunnen er nog zoveel rapporten geproduceerd, grote bijeenkomsten georganiseerd die uitmonden in verklaringen waar nachtenlang over vergaderd is en rapporten uitgebracht, goede bedoelingen en vrome woorden uitgesproken worden…, er zal niets wezenlijk veranderen zolang er geen politieke wil tot verandering is.

  1. POLITIEKE WIL.

De grote vraag is dan vervolgens: hoe krijg je die noodzakelijke politieke wil?

Dat is een vraag die ik in mijn leven vaak getracht heb te beantwoorden.

Politieke wil. Wanneer is de wil er, bij politici, beleidsmakers, mensen die de beslissingen nemen om iets te doen.

Hiermee kom ik bij een kernpunt van deze dag, de dag van de democratie en sta ik graag even stil bij wat we verstaan onder democratie, hoe we er vandaag de dag tegenaan kijken en wat er te zeggen valt over de staat van democratie in de wereld en in ons Koninkrijk. En hoe je in een democratie, politieke wil kunt creëren.

Democratie betekent letterlijk staatbestuur door het volk, demos.

Abraham Lincoln definieerde democratie als bestuur van de mensen, voor de mensen en door de mensen. In een democratie gaat het dus om de wil van het volk, dat beslist bij meerderheid.

Maar ook een democratie kent haar zwakke kanten. Oftewel een democratie is zo sterk als de politici die haar vorm en inhoud geven. In zijn boek Alkibiades, laat Ilja Leonard Pfeiffer een van zijn personages zeggen: “… het zelfbestuur van alle burgers noemen we een democratie. Maar democratie kent een negatieve pendant die in werking treedt zodra de bevolking de democratie niet langer beschouwt als een institutie die haar in de gelegenheid stelt om haar plichten jegens het algemeen belang te vervullen, maar in plaats daarvan haar constitutioneel gewaarborgde positie begint te misbruiken om individuele rechten op te eisen. Politici zullen zich gaan opstellen als vertegenwoordigers van deelbelangen en omdat ze hun eigenbelang boven het staatsbelang stellen, laten ze zich eerder leiden door de publieke opinie dan door visie. Deze negatieve verschijningsvorm van de democratie kunnen we ochlocratie noemen, de dictatuur van de massa…” Einde citaat (pag 103)

Hoewel dit citaat komt uit een relaas van vele eeuwen geleden zie ik grote overeenkomsten met de manier waarop het staatsbestel in veel liberaal democratie samenlevingen er vandaag de dag uitziet.

Eigenbelang, streven naar behoud van macht, van de partij of individueel, en zich daarvoor bedienen van corrupte praktijken.  Of achter de burgers aanlopen, die naar de mond praten, in plaats van dat politici een visie ontwikkelen waardoor burgers achter hen aan lopen, zien we op tal van plekken. Voeg daarbij dat de structuur, het systeem waarop het bestuur is ingericht, uit haar voegen gegroeid lijkt.

Ik noem als voorbeeld hier de Nederlandse kinderopvangtoeslagen affaire waarbij door (racistische) algoritmen te gebruiken, grote roepen mensen onterecht van fraude werden beschuldigd. Het systeem functioneerde niet meer naar behoren. En hoe zeer dat systeem ontwricht is blijkt wellicht nog meer zelfs uit het feit dat de terechte teruggave van middelen en van waardigheid van de slachtoffers van deze affaire, al vele jaren op zich laat wachten.

De logica is het uit systeem en misschien kunnen we zelfs zeggen dat de manier waarop het systeem, het democratische politieke systeem en de instituties die de democratie haar kracht moeten geven zijn opgebouwd, niet meer passen bij de huidige tijd.

Top-down georganiseerde structuren, of het nu politieke partijen of andersoortige organisaties zijn, passen niet meer bij deze tijd. Mensen, vooral jonge mensen, willen zeggenschap en voegen zich steeds minder in systemen, waarin een kleine top kan beslissen over de grote meerderheid. Soms zijn dit soort systemen een koloniale erfenis.

Natuurlijk spelen sociale media bij de erosie van systemen een fundamentele rol. Daar worden beelden opgeroepen en versterkt die niet alleen niet met de waarheid overeenkomen, maar die de democratie ondermijnen. Omdat het op die sociale media gaat over het creëren van vijandbeelden en het bevorderen van polarisatie, ook door politici.

Omdat op X, TikTok, Insta of in whatsapp groepen mensen

tegenover elkaar komen te staan omdat ze voortdurend in hun eigen gelijk en vooral ook in hun eigen superioriteit versterkt en bevestigd worden.

Polarisatie zien we gebeuren over tal van onderwerpen, maar zeker in het debat over migratie en zeker in het debat over de klimaatverandering en de klimaatcrisis.

We zien dus ondermijning van democratieën, de impact die social media daarbij heeft, met als gevolg onder meer toenemende polarisatie.

En voeg hierbij de geopolitieke veranderingen, die in onze wereld gaande zijn. De opkomende macht van autoritaire regimes zoals Rusland en zeker China.

Zelf hebben we vijf jaar in Hongkong gewoond. En daar meegemaakt wat het betekent een steeds assertiever China, hoe dat neerslaat in de regio en ook in Hong Kong. We hebben meegemaakt hoe studenten de straat opgingen en het economische hart van de stad bezetten, in protest tegen de ondermijning van de democratische vrijheden en burgerrechten, zoals vrijheid van meningsuiting, vrije pers en transparante rechtspraak, die de stad waren toegezegd toen in 1997 Hongkong na 150 jaar een Britse kolonie te zijn geweest werd teruggegeven aan China. We hebben meegemaakt hoe later, na de studentenprotesten, miljoenen mensen de straat opgingen, grote offers brachten, bereid waren tot het uiterste te gaan, om op te komen voor die democratische burgerrechten en vrijheden. Maar hoe desondanks vrije journalistiek en transparante rechtspraak onder druk kwamen te staan, politieke partijen verboden werden, democratisch gekozen politici gedwarsboomd werden en hoe de democratie en het vrije woord uiteindelijk op 1 juli 2020 een genadeslag kregen, toen de nationale veiligheidswet in Hongkong werd ingevoerd.

Het heeft ons geleerd hoe fragiel democratie kan zijn en dat het daarom van belang is om, als je democratie wilt behouden, die bewust te beschermen.

Maar die autoritaire regimes hebben ook een andere kant.  Want, maatregelen, bijvoorbeeld om klimaatverandering tegen te gaan, kunnen in een autoritair regime binnen no time ingevoerd worden. Geen eindeloze discussies in parlementen en volksvertegenwoordigingen. Van hogerhand wordt bepaald dat binnen drie maanden alle openbaar vervoer elektrisch dient te zijn en dat gebeurt dan ook. Politieke wil is de wil van de partijtop.

Democratie is dus misschien niet de meest logische bestuursvorm als je snel de maatregelen wilt kunnen invoeren, die absoluut nodig zijn, om de klimaatcrises aan te pakken. De vraag die voorligt is: welke vorm van staatsbestuur zou de voorkeur genieten.
Democratie of autoritair bestuur?

Winston Churchill zei al dat democratie niet perfect is. En misschien wel de slechtste staatsvorm, behalve dan alle andere die nog veel slechter zijn.

En ja, zeker in relatie tot ons onderwerp van vandaag, de wereldwijde klimaatcrisis, kan het dus zelfs verleidelijk lijken te kiezen voor het autoritaire staatsbestuur.

Maar we vieren de internationale dag van de democratie en ook gezien mijn eigen achtergrond, als volksvertegenwoordiger in de Nederlandse Tweede Kamer, zal het u niet verbazen dat ik sterk zou aanbevelen toch voor het democratische bestel te kiezen.

Want democratie is de enige staatsvorm, waarin wij, de demos, de burgers centraal staan.

En democratie is de enige staatsvorm waarin de rechten van de mens, van alle mensen, het best gewaarborgd kunnen worden.

Maar democratie vraagt ook wat van ons, de burgers.

Juist nu we zien dat democratieën van binnenuit verzwakt worden, door populistische politici die niet in staat zijn boven het eigenbelang, zucht naar persoonlijke macht, of de macht van de eigen partij uit te stijgen om een hoger doel te dienen.  En die zo het vertrouwen in de politiek schaden.

Juist nu we ook zien hoe democratieën van buitenaf ondermijnd worden, door geopolitieke verschuivingen waarbij autoritaire regimes aan gezag winnen, kunnen wij, burgers, demos, als we werkelijk democratie willen beschermen en versterken, niet stil blijven zitten en niets doen. Of denken dat anderen het maar moeten opknappen.

Als we de democratische waarden niet willen verliezen, en ik hoop dat dat zo is, is de vraag: wat moet er gebeuren om democratie te versterken.

Als wij democratie willen beschermen is een aantal factoren van belang:

Allereerst de politiek.

  1. Politiek lijkt wereldwijd de afgelopen decennia de verkeerde kant op te gaan. Het is mijn overtuiging dat het politieke in essentie gaat om het verbinden. Verbinden van mensen met elkaar en met de planeet. Dat is uiteindelijk de kern van politiek, ook van het parlementaire werk in een democratie, zoals ik dat indertijd als volksvertegenwoordiger heb opgevat. Het gaat daar immers om ‘parlare’, spreken, redeneren, het zorgvuldig kiezen van woorden, argumenteren, met respect voor elkaar. Hanna Arendt, de Duits-Joodse filosofe en politiek denker, zegt het mooi: “Het aan het licht brengen van de waarheidsgehalte in iedere opinie”.

Wat mij betreft hebben we nu politici nodig die niet uit zijn op het reduceren van mensen tot stemvee of economische wezens, tot consumenten, politici die niet denken in termen van winst en verlies, nee… politiek moet gericht zijn op de zachte krachten, de krachten die verbinden. We hebben zachte krachten nodig in de politiek en dat is niet hetzelfde als soft zijn.

Het gaat om het overtuigd, eigentijds en authentiek uitdragen van de eigen politieke boodschap. Waardengedreven politiek, als daar nu niet voor gekozen wordt zal de verbrokkeling van het politieke veld doorzetten, wat onvermijdelijk leidt tot ondermijning van democratische instituties in het representatieve democratische bestel.

  1. Ik pleit ook voor de terugkeer van begrippen als verantwoordelijkheid en solidariteit in plaats van eigen land en eigen volk eerst. Dit zijn geen softe of loze begrippen. Het gaat er om de ander werkelijk te zien en te horen, burgers serieus te nemen en om het formuleren van beleid dat het leggen van contacten tussen mensen mogelijk maakt. Ook het contact tussen mensen op verschillende plekken in de wereld.

Europa en zeker Nederland zou meer begrip moeten hebben en samenwerking zoeken met landen in deze regio, de Cariben en breder, in wat wel genoemd wordt de global south, de zuidelijke landen, landen in Azië, Latijns-Amerika en Afrika. Dat is een noodzaak. Om democratie te versterken. India is de grootste democratie ter wereld. Een noodzaak ook omdat Europa allang niet meer die centrale en leidende plek in de wereld heeft die het wellicht ooit gehad heeft, en omdat het -soms onbewuste- superioriteitsgevoel dat er in Europa heerst niet terecht is.

  1. De media.

We kennen allemaal de trias politica van Montesquieu. De drie machten in de democratie die staan voor onafhankelijk bestuur op grond van checks and balances. Uitvoerende macht, wetgevende en de rechterlijke macht. Maar er is een vierde macht, die minstens van even grote invloed is, dat is de macht van de media. Media bepalen wat wij, die kranten lezen, TV kijken en op twitter, insta, tiktok  etc zitten, horen over wat er in de wereld gebeurt en wat we daarvan zouden moeten of kunnen vinden. Dus media spelen een grote rol. In onze vrije samenleving, hebben media dus een enorme verantwoordelijkheid. Niet oppervlakkig met de hype van de dag meegaan, maar kwaliteitsjournalistiek leveren, betrouwbaar werk.

  1. De noodzaak van diversiteit bij de aanpak van problemen, ook de aanpak van de klimaatcrisis.

Op grond van mijn ervaringen, wonen en werken op verschillende plekken in de wereld is het voor mij duidelijk, dat om de uitdagingen waar we voor staan van een passend antwoord te voorzien, we diversiteit nodig hebben. Dat geldt zeker voor een effectieve aanpak van de klimaatcrises, structurele oplossingen kunnen niet gevonden worden vanuit een manier van denken. Daarvoor zijn verschillende perspectieven, wereldbeelden en mensbeelden nodig.

De wereld heeft daarom diversiteit nodig en om dat de volle ruimte te kunnen geven, is er dienend leiderschap nodig.

Dat betekent niet dat je als democratisch leider maar alles laat gebeuren en duizend bloemen laten bloeien, maar dat je als leider bewust op zoek gaat naar wat verbindt en hoe je dat kunt versterken.

Waarbij het vooral gaat om het geven van platform aan anderen, en niet aan de leider zelf.

Met alles wat er op het spel staat en wat op ons afkomt, is het mijn overtuiging, dat wij als wereldbevolking een tijdperk ingaan, waarin wij meer dan ooit uitgedaagd zullen worden om met verandering om te gaan, ons aan te passen aan nieuwe omstandigheden, dichtbij huis en verder weg. Daarbij hebben we principes nodig en zouden we ervoor moeten kiezen pal te staan voor dat wat voor ons, en voor komende generaties van waarde is.

Charles Darwin zei het al: Het is niet de sterkste van de soort, die overleeft en ook niet de intelligentste. Het is degene die het best tegen verandering kan.

En hiermee kom ik terug op ons onderwerp van vandaag, de klimaatcrisis. Want als we op ons laten inwerken wat de klimaatcrisis betekent voor de wereld, maar zeker voor dit deel van de wereld, met ervaringen zoals Irma en meer recente orkaandreigingen, deze heetste september maand ooit op Curaçao, het feit dat Bonaire de eerste Nederlandse gemeente dreigt te worden, die onder water komt te staan, als we deze keiharde feiten werkelijk onder ogen komen, kunnen we toch niet anders dan erkennen dat het water ons aan de lippen staat.

En dat wij als burgers een rol te spelen hebben. We kunnen het beleid niet overlaten aan politici.

Want juist in een democratie hebben wij burgers, demos, een voorname taak. Een democratie vraagt meer van burgers dan alleen eens in de zoveel jaar een stem uit brengen, het vraagt ook van burgers verantwoordelijkheid te nemen. En politici en beleidsmakers te wijzen op de gevolgen van hun beleid.

We hebben de politiek en het bestuur nodig voor het opschalen van wat er moet gebeuren, naar nationaal beleid en liefst ook internationaal beleid, maar het begint vaak bij ons: mensen, maatschappelijke organisaties, die hun verantwoordelijkheid nemen. De werkelijkheid onder ogen komen en niet wachten tot de politiek in actie komt. Maar de politiek in feite dwingen om in actie te komen.

Dit is ook mijn ervaring in de politiek. Politiek loopt vaak achter op de samenleving. Men komt pas tot politieke actie en beleid -en uiteindelijk tot politieke wil-, als de samenleving de politiek daartoe dwingt.

Als burgers heb je dus meer macht dan vaak wordt gedacht. Ik zeg dit ook weer op grond van mijn eigen ervaringen in Chili, waar men door aanhoudende protesten en door moedig op te komen voor mensenrechten, uiteindelijk, dictator Pinochet terug de kazerne in gestuurd heeft.

Ons onderwerp van vandaag biedt ons grote kansen onze burgerlijke macht en invloed te laten zien en zo democratie inhoud en vorm te geven. De urgentie van de klimaatcrisis dwingt ons, de handen in een te slaan om oplossingen te zoeken, om met concrete actie te komen. Want het water staat ons aan de lippen, wereldwijd, maar zeker ook hier. De Cariben. Dit prachtige deel van de wereld, dit prachtige eiland. De oogverblinde schoonheid van de oceaan met haar rijkdommen die bedreigd worden, maar ook het land met haar krachtige cultuur, muziek, literatuur, tradities en wijsheden. Open uw ogen en zie wat er gebeurt, wat er gaande is als gevolg van de klimaatcrises en kom in actie.

Want het water staat ons aan de lippen.

‘Als het water je aan de lippen stijgt, ben je dichter bij de waarheid dan wanneer je ingepakt bent in de watten van de welvaartsstaat’. (Bzzlletin 143, p.75) Een uitspraak van Boelie van Leeuwen in een interview met Jos de Roo, dat de titel draagt: “De schrijver vervult bij ons de rol van profeet”.

Deze uitspraak onderschrijf ik. Laat je niet inpakken door de watten van de welvaartsstaat, die je doof en blind maken voor wat er werkelijk aan de hand is, je willen laten geloven in een werkelijkheid die in feite niet de jouwe is.

Ik wil dan ook vandaag graag oproepen vanuit dat gevoel voor urgentie op dit gebied niet afwachtend te zijn, maar aan het werk te gaan.

De ruimte die democratie biedt, te pakken. Zolang politieke wil ontbreekt, zullen wij, de burgers, de demos, in actie moeten komen, om de noodzakelijke maatregelen af te dwingen.

Want het maken van samenhangend beleid is de taak van de regering en ook het lokaal bestuur heeft hier een verantwoordelijkheid. Als dat bestuur die verantwoordelijkheid niet neemt dan is het aan ons de burgers, ze daarop te wijzen.

In het eerder genoemde artikel waarin verwezen wordt naar het citaat van Boelie van Leeuwen, wordt de inzet van burgers als volgt krachtig verwoordt en ik citeer:  “…Dit is soms noodzakelijk vanwege het onvermogen van de gangbare politiek die welhaast alle wezenlijke vragen ontloopt, maskeert, vulgariseert en publieke aangelegenheden reduceert tot private kwesties van eng groeps- of eigen belang”.

Want dat is ook de kracht van democratie, de kracht die we vandaag vieren: de zeggenschap die wij als burgers hebben.

Die moeten we gebruiken, zeker nu het water ons aan de lippen is gestegen.

Daartoe wil ik u tenslotte een aantal ideeën in overweging geven:

  1. Samenwerking te zoeken, lokaal en regionaal, formuleer zo scherp mogelijk de eiland specifieke risico’s, wissel kennis uit tussen landen wereldwijd die met soortgelijke uitdagingen te maken hebben als u hier.
  2. Kom met een eigen agenda. Uw agenda. Niet die van het Europees deel van het Koninkrijk.
  3. Laat als burgers van u horen. Ik pleit hier zeker niet voor acties zoals het bekladden van schilderijen of het bezetten van wegen. Het is niet aan mij u daarover te adviseren en u hebt mijn adviezen helemaal niet nodig, u weet zelf wat de meest effectieve vorm is, in deze context, om uw gevoel van urgentie bij de politici over te brengen. Laat als burgers zien dat je in staat bent je effectief te organiseren en op waardige wijze de discussie over urgente onderwerpen te voeren. Dat kan grote effecten hebben want het maakt zichtbaar dat de verticaal georganiseerd machtsstructuur van veel democratieën en politieke partijen hun langste tijd gehad hebben. Top down structuren passen immers niet meer bij deze tijd, waarin  social media zo’n grote rol spelen. Democratieën hebben baat bij sterke horizontale netwerken waarin burgers samenwerken op onderwerpen die voor hen van belang zijn. Aanpak van de klimaatcrisis biedt daartoe vele mogelijkheden.
  4. Zoek heel bewust samenwerking, op grond van volstrekte gelkijkwaardigheid met de andere landen van ons Koninkrijk. Dat is nodig, zeker ook voor het Europees deel van ons Koninkrijk dat zo worstelt met de omgang met diversiteit. Eis dat er werkelijk naar u geluisterd wordt, ook door het lokaal bestuur. Geluisterd naar de burgers en naar het maatschappelijke middenveld, organisaties zoals HRDC, die weet wat er leeft en wat nodig is in de haarvaten van de samenleving.

 

Ik begon met Amanda Gorman en ik wil met haar eindigen en ik citeer uit hetzelfde gedicht, “Earthrise”. Ze schreef dat geïnspireerd door een foto van de aarde, genomen door astronaut Bill Anders, op Kerstavond 1968.

“….

So I tell you this not to scare you,

But to prepare you, to dare you

To dream a different reality.

Where despite disparities

We all care to protect this world,

This riddled blue marble, this little true marvel, our planet earth

To muster the verve and the nerve

To see how we can serve

Our planet. You don’t need to be a politician

To make it your mission to conserve, to protect.

To preserve that one and only home

That is ours,

To use your unique power

To give next generations the planet they deserve.

…”

Masha Danki.

 

Bronnen:

“Historisch denken over klimaatverandering” , 21 juni 2023, Peter van Dam, UvA

“Het is nooit te laat”, advies Klimaattafel Bonaire 8 mei 2023

“Alkibiades”, Ilja Leonard Pfeijffer, 2023

“Earthrise”, Amanda Gorman.